Het klooster

Volgens oude aantekeningen stichtte pater Laurens GijsbertsZn. in 1417 het Maria Convent, een klooster dat eerst aan de Bussummerstraat stond maar later verplaatst werd naar de Susterenstraat (hernoemd in Kloosterstraat).   

Bij dit klooster bevond zich een kapel, het huidige Comeniusmausoleum, waarin de banneling Johan Amos Comenius zijn laatste rustplaats vond.

Na de opheffing van het klooster deed het gebouw gedeeltelijk dienst als weeshuis. Het grootste gedeelte van het complex werd echter bestemd tot kazerne, de Weeshuiskazerne genoemd. 

In 1579 werd het klooster verlaten, waarbij pater Wynter alle bezittingen van het klooster "Oudt Naerden" overdroeg aan de burgemeester van de stad Naarden met de woorden dat dit geschenk diende "tot behout en onderhout van arme derselve stede  en tot stichting van een weeshuis".

Het klooster wordt weeshuis en kazerne

Na de schenking door pastoor Wynter werd het gebouw ingericht tot weeshuis, totdat het in 1809 door de militaire autoriteiten gerequireerd werd. De wezen werd bij geloofsgenoten uitbesteed. Door ruiling met een gebouw werd in 1820 het aan de stad Naarden behorende "Huis de Fabriek", gelegen aan de Gasthuisstraat (nu Turfpoortstraat), waarin een zakkemakerij gevestigd was, verkregen. 

Anno 1938 was in het gebouw de Dienst voor Maatschappelijk Dienstbetoon gevestigd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden er driehonderd Belgische krijgsgevangenen opgesloten. Pas in 1994 was de restauratie en  herbouw van de voormalige Weeshuiskazerne voltooid. 

Anno 2018 zijn er wooneenheden en het Comeniusmuseum gevestigd.