Familie en opleiding

Hugo de Bordes (Leeuwarden, 19 januari 1873 - Bussum, 13 mei 1966) was een telg uit een Hugenotengeslacht en een van de drie zonen van Cornelis Jan de Bordes (1840-1917) en Agatha Geertruida Wilhelmina van  Burmania  Baronesse Rengers (1835-1918). Het echtpaar kreeg daarnaast nog een dochter. 

De moeder van De Bordes was eerder getrouwd geweest met jhr. Epo Sjuck van Burmania Vegilin van Claerbergen, met wie ze een dochter kreeg. De vader van De Bordes, Cornelis Jan de Bordes,  was eerste luitenant der infanterie, majoor-cadet Schutterij Leeuwarden en adjudant in buitengewone dienst van Koning Willem III en Koningin Wilhelmina.  

De Bordes volgde de Hogere Burgerschool in Arnhem en studeerde vervolgens in Delft voor werktuigkundig ingenieur aan de polytechnische school. Hij was lid van het Delfts Studentencorps en  voltooide zijn studie in juli 1897.  

Burgemeester van Vlaardinger-ambacht en wethouder van Vlaardingen

De Bordes werd bij Koninklijk Besluit van 3 december 1903 nummer 32 benoemd tot burgemeester van Vlaardinger-Ambacht (anno 2020 een wijk binnen de gemeente Vlaardingen). 

In januari 1904 werd, naast goedkeuring voor de benoeming van De Bordes als burgemeester, ook toestemming gegeven tot die van secretaris van Vlaardinger-Ambacht.   

Bij diverse Koninklijk Besluiten in de loop der jaren werd hem toestemming verleend in Vlaardingen en niet Vlaardinger-Ambacht te mogen wonen. 

De Bordes' functies werden later nog uitgebreid met die van wethouder van de Anti Revolutionaire Partij (ARP) van Vlaardingen. In deze positie was hij onder meer voorzitter van de vaste Raadscommissie voor Strafverordeningen (1916) en voorzitter van het Vlaardingsch Werklozenfonds. 

In Vlaardingen verrichtte De Bordes verder veel werkzaamheden ten behoeve van het openbare onderwijs. Een ander onderwerp dat zijn volle aandacht had waren de gemeentelijke financiën. Als voorzitter van de bouwvereniging "Patrimonium" liet hij honderden arbeiderswoningen bouwen. 

Bij Koninklijk Besluit werd De Bordes met ingang van 3 december 1909 herbenoemd tot burgemeester  en secretaris van de gemeente Vlaardinger-ambacht.  In 1912 was hij, door zijn huwelijk (in Rijswijk op 18 april 1912) en aansluitende huwelijksreis enige weken afwezig. 

De Bordes stelde zich, namens de AR kiesvereniging "Nederland en Oranje" in 1918 kandidaat voor het lidmaatschap der Provinciale Staten maar werd niet gekozen. 

Burgemeester van Bussum

De Bordes was van 1 november 1919 tot 1 januari 1939 burgemeester van Bussum. Zijn aanstelling geschiedde bij Koninklijk Besluit van 11 oktober 1919, met gelijktijdig eervol ontslag als burgemeester van de gemeente Vlaardinger-Ambacht.  Na zijn installatie nam hij kort zijn intrek in Pension Beerenstein. 

Bij zijn afscheid, eind 1938, sprak De Bordes de woorden: "Heel veel sterke banden binden mij aan Bussum.

Bij mijn optreden als burgemeester ontmoette ik hier de Raad met nieuwe ideeën, een grote werkkracht en opvattingen die op velerlei gebied volkomen strookten met de mijne".  

In de 19 jaar van zijn bewind ontving De Bordes naar schatting 15.000-18.000 ingezetenen van Bussum. Tijdens iedere vergadering van de Gemeenteraad was hij aanwezig. Gedurende de periode dat De Bordes burgemeester was werden daarnaast de banden met de omringende gemeenten aangehaald. 

De Bordes was voorzitter van diverse commissies, zoals de Belangencommissie, de Centrale Schoonheidscommissie van 't Gooi en stichter van het Goois Natuurreservaat. 

Hij kreeg bij Koninklijk Besluit van 19 december 1938, met ingang van 1 januari 1939, eervol ontslag als burgemeester van de gemeente Bussum. Op 19 januari bereikte hij namelijk de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar.  

Na zijn afscheid als burgemeester kreeg De Bordes op zaterdag 13 mei 1939 zijn door Willy Sluiter geschilderde portret in de tuinzaal van het gebouw Concordia aangeboden. De gemeenteraad van Bussum nam op 29 december formeel afscheid in de Raadzaal.  In zijn functie als burgemeester van Bussum werd De Bordes opgevolgd door M. Fernhout

Leven na het burgemeesterschap

Nadat De Bordes zijn ambt neer had gelegd bleef hij in Bussum wonen. Hij onthield zich echter van iedere bemoeienis met gemeentelijke aangelegenheden. Zijn interesse ging met name uit naar het sociale vraagstuk en de bescherming van de natuur.

Hij was onder meer voorzitter van de Werkloosheidsraad en de Rijkscommissie voor advies inzake werkloosheidsverzekering. Hij was ooit een van de oprichters van de ANWB geweest en daarin bekleedde hij na zijn pensionering een bestuursfunctie.

Zijn liefde voor de natuur kwam tot uiting in bestuursfuncties in de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten en de stichting Het Noordhollands Landschap. De Bordes werd door zijn vele vrienden in Bussum en elders geëerd als een voorname man, die altijd veel prijs stelde op decorum. 

Overlijden en begrafenis

De Bordes overleed in de nacht van 12 op 13 mei 1966 op 93-jarige leeftijd na een kort ziekbed. De ter aardebestelling vond plaats op dinsdag 17 mei om 13.00 uur op de Algemene Begraafplaats in Bussum.

De Bordes was Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw (1939), Officier in de Orde van Oranje-Nassau, bezat de Gouden Medaille van de gemeente Bussum en was drager van het Gouden Kruis van Verdienste van het Nederlandse Rode Kruis.