Beginjaren

De Evangelisch-Lutherse Kerk werd in 1903 gebouwd aan de Mecklenburglaan in Bussum. De architect was Nierop uit Maartensdijk en de aannemer Jurriaan uit Naarden.  

De inwijdingsdienst werd in 1903 gehouden door dominee P. Groote, emeritus-predikant te Hilversum.

De kerk was een kruisvormig gebouw met een absis aan de Brinklaanzijde. Het interieur kende een gewelfd plafond, waardoor de indruk van een centrale ruimte werd gewekt. Een Gemeentelid schonk een glas-in-loodvenster, met de beeltenis van een zwaan, dat in de absis, achter de preekstoel, geplaatst werd.  

Op de spits van de toren stond ook een zwaan als Luthers symbool.

Toen de Evangelisch-Lutherse Gemeente in 1928 vierde dat haar kerkgebouw 25 jaar bestond leidde ds. Groote opnieuw de dienst en hield een herdenkingsrede naar aanleiding van Johannes 20:20 "Vrede zij u lieden".

Dat was dezelfde tekst als waarover hij 25 jaar eerder bij de ingebruikname van de kerk predikte. Predikant van de kerk was in 1928 ds. G.J. Duijvendak.

Verbouwing van 1937

In 1937 werd het kerkje door de groei van de Gemeente te klein en was ook een opknapbeurt geen overbodige luxe meer geworden. Aldus werd uit de opbrengst van enige bazars en andere inzamelingen een fonds gevormd en aan architect Ferdinand B. Jantzen de opdracht gegeven een plan voor vergroting van het kerkgebouw te ontwerpen.

Nadat Jantzen zijn taak naar bevrediging had uitgevoerd werd de verbouwing ter hand genomen. Toen deze was voltooid telde de kerk tachtig zitplaatsen en was de ruimte voor het koor aanzienlijk vergroot.

De beide ingangen, die naast de achtervleugel van het middengebouw liepen,  had men bij het gebouw getrokken, waardoor hier ruimte ontstond voor een geheel nieuwe koorgaanderij.

Daarnaast kreeg de galerij boven de hoofdingang een uitbreiding doordat de voorzijde verder naar achteren was gebracht. Aan beide weerskanten kwamen nieuwe ingangen.

De geschilderde deuren werden vervangen door poorten van blank eikenhout en de kap van het gebouw verhoogd, waardoor ook de ramen meer verheven lagen. Het kleine torentje, dat midden op het kruisdak stond, verving men door een slanke torenspits.

Aldus ontstond een nieuwe kerk op oude fundamenten en met deels nog de oude muren, die herinnerden aan de tijd dat men zich moest behelpen met het oude en veel kleinere kerkje.

Begin oktober 1937 vond de plechtige wijdingingsavond van het gerestaureerde kerkgebouw plaats. Dominee C. Riemers leidde de dienst en las voor uit het eerste boek der Koningen VIII: 26-30, psalm 122 en Ephese III, 14-21.

Bij deze gelegenheid waren ook de burgemeesters van Bussum, H. de Bordes, en van Naarden, J.E. Boddens Hosang, met hun echtgenotes aanwezig.

In zijn toespraak meldde Ds. Riemers dat het niet belangrijk was dat het gebouw vergroot was maar wel dat het vernieuwde gebouw de schoonheid en wijding belangrijk vermeerderde, waarvoor op de eerste plaats aan God dank moest worden gebracht. Ds. Riemers werd in 1939 opgevolgd door ds. W.J. Manger.

Latere periode

Toen de kerk in 2003 honderd jaar oud werd kreeg de Gemeente een mozaiek met een Lutherroos, die zij in de kerk ophing.