Studie en wetenschappelijke werkzaamheden

Gerbert Henri Fabius (Delft, 15 juni 1877 - Bussum, 12 augustus 1924) volgde het gymnasium in Delft (eindexamen in juni 1897) en ging vervolgens wis- en natuurkunde studeren aan de Rijksuniversiteit in Leiden. Hij behaalde zijn kandidaatsexamen in maart 1901. 

Bij beschikking van de Minister van Binnenlandse Zaken van 30 januari 1903 nummer 649 werd Fabius benoemd tot assistent voor de natuurkunde bij de Rijksuniversiteit Leiden en bij Beschikking van de Minister van Binnenlandse Zaken van 30 december 1904 nummer 9692/1 aangesteld als conservator van het natuurkundig laboratorium en kabinet aan de Rijksuniversiteit van Leiden.

Fabius behaalde in februari 1905 zijn doctoraal-examen en was vanaf 1906 actief als secretaris-penningmeester, onder voorzitterschap van prof. dr. H. Kamerlingh Onnes, van het bestuur van de Vereniging tot Bevordering van de Opleiding tot Instrumentmaker in Leiden. Hij werd in 1907 benoemd tot leraar in de natuurkunde aan de HBS te Dordrecht. 

Gedurende deze jaren werkte hij aan zijn onderzoek en dissertatie. In 1908 promoveerde hij aan de Universiteit van Leiden tot doctor in de wis- en natuurkunde op het proefschrift "Over de verschijnselen in de nabijheid van het kritische punt".  

Directeur Gooise Hogere Burgerschool (HBS)

Fabius doceerde hierna nog ruim twee jaar lang wiskunde- en natuurkunde aan de HBS en het gymnasium in Dordrecht. Op 1 september 1911 werd hij benoemd tot directeur van de dan net geopende Gooise HBS in Bussum. In zijn vrije tijd diende hij, in de rang van reserve-kapitein der infanterie, bij het reserve-kader en maakte hij zich sterk voor de aanleg van een zwembad. 

Onder leiding van Fabius groeide de HBS uit tot een modelinrichting van onderwijs. In maart 1924 werd het 12½-jarig bestaan van de Gooise HBS groots gevierd met een formele herdenking in het schoolgebouw. Fabius sprak hierbij een herdenkingsrede uit, die later in druk verscheen. In zijn toespraak beschreef hij in algemene trekken zijn denkbeelden over het moderne onderwijs.  

Overlijden

Fabius ging in de middag van  donderdag 12 augustus 1924 naar de zweminrichting in Bussum. Nadat hij een aantal keren in het diepe bassin was gedoken en diverse banen had gezwommen kwam hij niet meer boven.  Een persoon die zich eveneens in het water bevond zwom tegen zijn levenloze lichaam aan.

Hij waarschuwde de badmeester, die de drenkeling op de kant bracht en trachtte te reanimeren. Hierbij was een zoon van Fabius aanwezig. Uit onderzoek bleek, nadat duidelijk werd dat Fabius was overleden, dat verdrinking niet de doodsoorzaak was.

Onderzoek door de artsen dr. Beyerman en drs. Hoelen en Reynders wees uit dat hij waarschijnlijk aan een beroerte of hartverlamming was overleden. De gezondheid van Fabius bleek al slecht geweest te zijn. Een aantal jaren voor zijn dood vertoefde hij, ter herstel van een ernstige ziekte, al een tijd in kuuroord Bad Nauheim. 

Begrafenis

De begrafenis vond op zaterdag 16 augustus  om 13.00 uur op de Algemene Begraafplaats in Bussum plaats. Onder de aanwezigen bevonden zich burgemeester van Bussum H. de Bordes, de wethouders mr. A. Moolenburgh en Paul Brand, het schoolbestuur en vele anderen. 

De kist met het lichaam van Fabius werd door leerlingen van de hoogste klas der HBS naar het graf gedragen. Hierna wierpen meisjes van de HBS bloemen in de groeve, als een laatste groet aan een bemind directeur. 

Leerlingen van de Gooise H.B.S. haalden later geld op om een zerk op het graf van hun vroegere directeur te kunnen plaatsen. De Gooise HBS werd in 1964, toen men een gymnasium toegevoegde, hernoemd in Goois Lyceum.  Deze school bestaat anno 2020 nog steeds. Fabius werd 47 jaar.